Toen mijn moeder vorig jaar een nieuwe e-bike kocht, bood ze mij haar oude e-bike aan: een aanbod dat ik niet kon weigeren. Al jaren had ik om diverse gezondheidsredenen moeite met fietsen. Toch probeerde ik zo goed en zo kwaad als dat ging wel actief te blijven op de gewone fiets. Maar de straal van mijn fietsinspanningen was na een aantal jaren gekrompen tot maximaal vier kilometer rondom mijn huis en dan alleen op echt goede dagen.
Ik heb geen auto. Het openbaar vervoer houdt toch wel veel lopen in. En van het meestal lange wachten op de deeltaxi en de enorme ritten die ik mee af moet leggen door de stad om andere gebruikers op te halen, word ik vaak knettergek. De e-bike geeft me een enorme vrijheid terug. Ik kan gemakkelijk en snel dichtbij winkels en horeca middenin het centrum komen (dat lukt een auto niet in Groningen-stad). Zo kan ik kan naar vrienden, naar de fysio, de huisarts, het fitnesscentrum en zelf naar mijn infuusafspraken. Ik zoef door Groningen met de wind in de haren en meestal een glimlach op mijn gezicht.
Ik maak me ook schuldig aan een oordeel over met name jongere mensen op een e-bike
Meestal, want toch schaam ik me ook wel eens. Hoewel het aantal e-bikes is de laatste jaren enorm toegenomen, met name ook onder jonge mensen. Ik ga er graag vanuit dat ik er nog jong en fris uitzie; in de bloei van mijn leven. En kerngezond. Niet als iemand die een e-bike nodig zou hebben. Ook maak ik me schuldig aan een oordeel over met name jongere mensen op een e-bike. Al snel denk ik dan: mensen zullen van mij hetzelfde kunnen denken met m’n jonge benen. Dat is het lastige van onzichtbaar ziek zijn. Ook in een rolstoel heb ik er soms last van.
Toch ben ik maar wat dankbaar voor dit normale en relatief toegankelijke (op de wat hoge prijs na) hulpmiddel dat door iedereen, ook fit en gezond, wordt gebruikt om langere afstanden met gemak af te leggen en vaker buiten te zijn. Lange leve de e-bike!
Lees hier meer van Janet.
Foto door Alexander Schimmeck via Unsplash